SV | En David riep de priesters Zadok en Abjathar, en de Levieten Uriel, Asaja en Joel, Semaja, en Eliel, en Amminadab. |
WLC | וַיִּקְרָ֣א דָוִ֔יד לְצָדֹ֥וק וּלְאֶבְיָתָ֖ר הַכֹּֽהֲנִ֑ים וְלַלְוִיִּ֗ם לְאֽוּרִיאֵ֤ל עֲשָׂיָה֙ וְיֹואֵ֣ל שְׁמַֽעְיָ֔ה וֶאֱלִיאֵ֖ל וְעַמִּינָדָֽב׃ |
Trans. | wayyiqərā’ ḏāwîḏ ləṣāḏwōq ûlə’eḇəyāṯār hakōhănîm wəlaləwîyim lə’ûrî’ēl ‘ăśāyâ wəywō’ēl šəma‘əyâ we’ĕlî’ēl wə‘ammînāḏāḇ: |
En David riep de priesters Zadok en Abjathar, en de Levieten Uriel, Asaja en Joel, Semaja, en Eliel, en Amminadab.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En David riep de priesters Zadok en Abjathar, en de Levieten Uriel, Asaja en Joel, Semaja, en Eliel, en Amminadab.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!